24 - 12 - 2021

Voortgang promotieonderzoek Universiteit Leiden

De Leo Kanner Onderwijsgroep heeft bij de Universiteit Leiden een herkenbare vraag neergelegd: “Hoe kunnen we in het onderwijs rekening houden met de individuele behoeften van onze leerlingen?” Bij de Universiteit Leiden is veel kennis en ervaring op het gebied van onderzoek naar de ontwikkeling en ontwikkelingsstoornissen van kinderen in het algemeen, maar ook gericht op het individu.

Neurocognitieve profielen vormen de basis voor het in kaart brengen van individuele vaardigheden van leerlingen en brengen daarmee sterke en zwakke punten in kaart. Op deze manier zijn al subgroepen van leerlingen met combinaties met specifieke vaardigheden aangetoond bij bijvoorbeeld leerlingen met ADHD. De samenwerking tussen LKO en Universiteit Leiden maakt het mogelijk om te onderzoeken of in de leerlingpopulatie van het LKO ook subgroepen te onderscheiden zijn van leerlingen met specifieke combinaties van vaardigheden, zodat we gericht ons onderwijs daarop kunnen afstemmen en vooral ook meer gebruik gaan maken van de sterke kanten van een leerling, in de hoop en verwachting dat dat een positieve uitwerking heeft op het totale leerproces en functioneren van een leerling.

Voorafgaand aan het onderzoek is een pilot gestart waarbij masterstudenten geholpen hebben om bij een kleine groep leerlingen van het LKO en vanuit het regulier onderwijs testen af te nemen. Vanwege de lockdownperiode in het voorjaar is de pilot nog niet afgerond en het plan is om deze begin 2022 af te ronden. Deze pilot zal een indruk geven van wat praktisch en inhoudelijk haalbaar is. Voor de opzet van het onderzoek zelf betekent deze eerste fase vooral veel inlezen in de literatuur, verkenning van het onderzoekskader van de vraagstelling en met mede-onderzoekers brainstormen.

Inmiddels hebben deze verkenningen geleid tot een focus op een overkoepelende onderzoeksvraag en daaraan gekoppelde deelvragen. Dit betekent dat het onderzoek zich zal richten op de vraag of het mogelijk is om subgroepen te herkennen met een specifieke onderwijsbehoefte op basis van testen die verschillen in neurocognitieve profielen kunnen aantonen. Voor het opstellen van deze profielen zal informatie verzameld worden van de leerling zelf, hun ouders en hun leerkrachten. De uitkomsten van het onderzoek kunnen leiden tot adviezen over een specifieke onderwijskundige aanpak en dat kan vervolgens zelf weer het onderwerp zijn van een vervolgonderzoek.